Het verhaal van Hüseyin Baybasin

“De groten noemen we bij hun naam; in Turkije kent iedereen ze en ook de betrokkenen zelf zouden verbaasd zijn als we hun namen niet zouden noemen. Zij hebben bekendheid verworven met daden die ze zelf overwegend helemaal niet als oneervol beschouwen. Dat zij zelfs teleurgesteld zouden zijn als we ze niet zouden noemen, is natuurlijk geen argument geweest.”

Aldus het tweetal criminologen, tevens politicologen, antropologen en verhalenvertellers Frank Bovenkerk en Yücel Yeşilgöz . In het boek De Maffia van Turkije van 1998 laten zij Baybaşin zijn verhaal vertellen. Zij, de schrijvers, tekenden het voor de geschiedenis op. De voorgeschiedenis:

“7. HET VERHAAL VAN HUSEYIN BAYBASIN   257

Opgroeien in het Koerdische zuidoosten van Turkije   260
De opbouw van een criminele carriere   262
Drugshandelaar  270
Koerdische bewustwording   274
Smokkelmysteries in de Perzische Golf en Rode Zee    285
Namus   289″

Baybaşin heeft zijn verhaal volgens de schrijvers openhartig en zonder enige terughoudendheid verteld, begin 1996 in een 20-tal gesprekken tijdens zijn detentie in een Nederlandse gevangenis. Zich blijkbaar niet bewust dat hier in Nederland andere mores gelden dan in Turkije, vertelde hij spontaan over zijn criminele handel en wandel vanaf zijn vroegste jeugd tot dan, met de laatste jaren als voortvarende zakenman.

De schrijvers vatten het als volgt samen:

 

Baybaşins hoofdstuk met zijn verhaal was volgens de schrijvers dus niet meer dan een ‘mooie’ illustratie van de typische carrière van een Turks Koerdische onderwereldbaas, zoals de schrijvers Baybaşin zichzelf laten introduceren: het ‘beresterke’ product van een traditionele stam die nog leeft met zaken als eer en bloedwraak en zich had ontwikkeld tot een maffiabaas van mythische proportie. De baba’s zelf doen alles aan imagebuilding om die status onder de het volk te bemachtigen. Nou dan weten de lezers het wel.

En ondanks de opgetekende geschiedenis worden de criminologen op 27 maart dan toch nog ‘overvallen’ door het bericht dat hij is gearresteerd. Nee, dat hadden ze blijkbaar nooit verwacht immers hij ‘leek’ het leven te leiden van een inmiddels keurige getrouwde zakenman.

De schrijvers treft geen blaam, want wat lezen we op blz 42; “De gevoeligheid van het materiaal noopt tot uiterste zorgvuldigheid; we hebben dan ook geen feiten vermeld die we niet volledig kunnen verantwoorden” 

Twee datums die de aandacht trekken:

*24 december 1995: de dag dat baybasin werd aangehouden.

*9 maart 1995: verzoek om uitlevering door de hoofdofficier van justitie van de rechtbank voor staatsveiligheidszaken te Istanbul en ook Interpol op verozek van de republiek Turkije een arrestatiebevel uit had doen gaan.

De feiten gecheckt? Als ik het goed heb begrepen is er alleen sprake van een diplomatiek verzoek van de Turkse -aan de Nederlandse overheid om Baybaşin aan hen uit te leveren. Een internationaal arrestatiebevel bestaat niet, is er nooit geweest. Baybaşin had een bewogen geschiedenis in de internationale ‘onderwereld’ achter de rug? Dat moest hij dan wel eerst zelf aan de schrijvers vertellen; volgens “eigen zeggen” één van de allergrootste baba van Turkije?

” Ofschoon het ons van meet of aan slechts te doen is om objectieve criminologische analyse, zijn we door de politieke kanten van het vraagstuk steeds gedwongen ook over de politieke implicaties van het probleem na te denken.”

Dat wordt door de schrijvers als zwaar ervaren, lees ik op blz 42. Want die politiek is een beperkende factor voor de objectiviteit, de wetenschappelijke benadering, zo schrijven zij. Maar dan hebben we die goeie ouwe Max. Max Weber voor intimi, die de schrijvers uitkomst bood, immers die goeie ouwe Max zei het al: objectiviteit is niet haalbaar. Gewoon je best doen en er zoveel mogelijk naar streven. Was getekend, Frankie&Co in het boek De Maffia van Turkije.

Tot slot: het zou het verhaal zijn van Hüseyin Baybaşin en dat verhaal, die criminele voorgeschiedenis, waar het OM en A-G Aben in zijn conclusie n.a.v. het Herzieningsverzoek naar verwijzen, valt zoals de schrijvers het dan nadrukkelijk en dan weer impliciet laten weten, buiten hun verantwoordelijkheid. In die zin vind ik het een laf boek en zeker niet wetenschappelijk.

Ik ben benieuwd overigens naar de uitgave van 2004. Baybaşin heeft het boek van 1998, noch het hoofdstuk, waarin hij ‘zelf’ zijn verhaal vertelt, vóór publicatie gelezen. Had er geen flauw benul van dat hij ’ter illustratie’, als ‘het’ voorbeeld van een Turks Koerdische Maffiabaas en hoe je zoiets wordt, ten toon gesteld werd, want zo kun je het wel stellen.

Toen hij het in de gaten kreeg was het te laat. Luister nog eens naar het interview dat Rein Gerritsen gaf aan Talk2Myra.

4 gedachten aan “Het verhaal van Hüseyin Baybasin”

  1. Wat mij het meest frappeert is dat de schrijvers het hele waarom van zijn detentie in de periode dat zij hem interviewden, begin 96, gewoon achterwege laten. We moeten geloven dat Baybasin het daar niet over heeft gehad, maar bij wijze van spreke heel relaxt als het Koerdische equivalent van Robin Hood, loopt te pochen over zijn carrière in de misdaad.

    BSS foundation:“Vanaf 1996 werd vervolgens door de criminele inlichtingendienst van het politieteam IRT Noord Oost Nederland “anonieme” informatie ontvangen over mogelijke betrokkenheid van Baybasin bij grootscheepse heroïnehandel. Op basis hiervan kon in september 1997 in Nederland een gerechtelijk vooronderzoek tegen Baybasin worden geopend en werden zogenaamde door Baybasin gevoerde telefoon­gesprekken officieel in Nederland afgeluisterd.”

    Gewoon nuchter bekeken is dat toch volstrekt ongeloofwaardig. En dan de timing van publicatie, veel te doordacht.

    Ik wist gewoon dat deze periode 1995-1998, een periode zo verzwegen door de media, dat daar de sleutel lag. En dat zit hem hier in. Dit boek is qua opzet te, te toevallig passend in de constructie van de vervolging en veroordeling van Baybasin.

    Langzamerhand komen we er wel achter.

  2. Als het al het verhaal was van Baybasin dan hadden de schrijvers hem de gelegenheid moeten geven om het hemzelf te laten schrijven. Ze hebben het hoofdstuk zelfs niet aan hem voorgelegd.

    Ze hebben de publicatie bewust na de arrestatie in maart 98 gepland. Daar ben ik van overtuigd geraakt, na het lezen en zien van alle trucs die zijn toegepast. Alleen al de woordkeuze, ze werden ‘overvallen’ door dit bericht, want ja het publiek moet er echt van doordrongen worden dat het allemaal toevallig zo loopt. Ja hoor……

  3. Je ziet gewoon hoe lieden binnen de overheid,en daar reken ik bovenstaande schrijvers ook onder, de Johnny-hang-yourself methode in praktijk hebben gebracht. Het is niet alleen communicatief gezien heel doordacht en doortrapt, maar werkelijk in zn uitvoering, zou ik willen zeggen, ook sadistisch van aard. En dat is onze overheid.

  4. Woorden als ’ter illustratie’ suggereren dat het hoofdstuk over Baybasin niet meer is dan ‘illustratief’ voor het betoog dat daar aan vooraf ging. De werkelijkheid is dat het hele boek geschreven is richting de zevenklapper Baybasin.

    Dat wilde ik nog even kwijt, hou nu weer even pauze en ga andere dingen doen,daarna ga ik dat andere boek bestuderen en hier vertellen wat ik daarin ontdek.

    Het is een continuing story, die Baybasin. Ik had drie en een half jaar geleden toch niet kunnen bedenken dat die man me zo bezig zou houden. Het is eigenlijk niet alleen de man, maar ook hoe het kon gebeuren. Hoe hebben ze hem dat geflikt. Het is tegelijkertijd fascinerend, ontluisterend en aangrijpend deze ontdekkingstocht, want laten we niet vergeten dat het een menselijk drama betreft.

Reacties zijn gesloten.