De Raad van Discipline Wladimiroff-Baybasin

Het vrouwe justitia symbool is het symbool van rechtvaardigheid. Een geblinddoekte vrouw, met in de ene hand een weegschaal en in de andere hand een zwaard. Denkend aan de zaak Baybaşin krijgt dat zwaard toch een andere betekenis en is het in de handen van zijn rechters eerder een zwaard van Damocles.

Die weegschaal die weegt naar gelang het belang, zo kreeg ik de indruk. Dus welk belang weegt het zwaarst. Als je in de rechtszaal zit, zoals ik vorige week maandag, dan zie je als het ware die weegschaal doorslaan naar de kant die het zwaarst weegt. Dat was in de zaak Baybasin-Wladimiroff toch echt Wladimiroff. Op het filmpje van JDTV zag je hem daarom ook vrolijk en glimmend van genoegen samen met zijn advocaat het rechtsgebouw uit wandelen. De man had wat mij betreft een metamorfose ondergaan. Zo zwak en zielig als hij oogde in de rechtszaal zo vrolijk en vief oogde hij bij vertrek.

Nu wordt ons voorgehouden dat zij, de geblinddoekte vrouwe justitia, om de objectiviteit te waarborgen, niet ziet wie voor haar staat. En daar wil ik het vandaag eens over hebben, want hoe heb ik dat zo ervaren. Welnu:

Aangezien ik beslist niet te laat wilde zijn nam ik een trein eerder dan nodig en dus meldde ik mij vrij vroeg bij de dame achter het loket bij de ingang van het gerechtsgebouw. „Goedemiddag, ik ben Lidy Broersma en kom voor de zaak van Baybaşin en liet haar gelijktijdig het briefje zien met de gegevens.

„U moet zijn bij de centrale informatiebalie en daar zullen ze u verder helpen”, zo vertelde ze mij. Via het detectiepoortje liep ik naar deze centrale balie, herhaalde mijn introductie en liet ook deze mevrouw het bovenstaande briefje zien. ” Mevrouw Broersma”, zei zij, “dan moet u zijn op de 2e etage en u melden bij de bode van balie H”. Ze overhandigde mij een briefje met de gegevens, die net iets anders waren, maar goed daar dacht ik verder niets van, immers zoiets kan voorkomen.

En zo ging ik naar balie H. Niemand was daar. Ik ging zitten, beetje computeren en de tijd vliegt, maar er kwam maar niemand en toen het dan tien voor half vier was, vond ik het nodig om op onderzoek uit te gaan.

De bode van een andere balie toonde ik de twee briefjes, waarop hij spoorslags aan het bellen sloeg. Ik moest zijn op de 1e etage, zo vertelde hij mij. Dus daar wandelde ik naar toe en de bode daar wees mij naar de wachtruimte voor zaal B14, waar alle andere belangstellenden al waren. Blijkbaar was ik de enige die naar de 2e etage was gestuurd.

Ik ging zitten en twee stoelen verder zat een man, die later de tolk bleek. De advocaat van Baybaşin arriveerde en nam plaats tussen ons in. Ik maakte even kennis met haar en toen dan een stoet voorbij kwam die linea recta kamer B14 inliep vroeg ik haar: „Was daar Wladimiroff ook bij?” „Ja, antwoordde ze, en zijn advocaat”.

Op dat moment dacht ik daar niks van. Waarom zou ik, maar toen het wachten begon en de tijd verstreek, werd ik onrustig, het beviel me niet.

Minstens twintig minuten later dan het geplande tijdstip  werden we binnen geroepen en hartelijk verwelkomd door de voorzitter van de Raad van Discipline. Wladimiroff en zijn advocaat zaten er uiteraard al. En de voorzitter? De voorzitter deed net alsof zij,  de aanwezigen in die kamer B14, net als wij daarbuiten in de wachtruimte, aan het wachten waren op het binnen brengen van Baybaşin door de bewaking. Hij vroeg nog aan advocaat Van der Plas: „Is Baybasin al aangevoerd?”

Op dat moment wist ik het.  Minstens twintig minuten was de raad daar binnen met Wladimiroff en zijn advocaat. Twintig minuten, kan ook een half uur zijn geweest, maar het duurde verrekte lang! En niemand van ons, noch de advocaat Van der Plas, was daar bij.

Onafhankelijk? Je moet er niks van denken?

Ik wel!

„U hebt de zaak aangespannen dus u moet bewijzen”, hield hij Baybaşin voor met een uitgestreken smoelwerk. O wat had ik die man op dat moment graag een mep verkocht.

Eén gedachte over “De Raad van Discipline Wladimiroff-Baybasin”

  1. Hoe ik er nu over denk?

    In de eerste plaats dat ik met opzet ergens anders naar toe ben gestuurd. Ik had namelijk ergens in een commentaar laten weten dat ik zou komen.

    In de tweede plaats vond ik het een hele vreemde vertoning en de rol van zowel de raad als van de advocaat van Baybasin, van der Plas zeer discutabel. Wie accepteert dat nu toch. Ongehoord.

    Vndr Plas beloofde mij een afschrift van het pleidooi. Ze heeft zich daar met smoezen onder uit gewerkt. Ze liet mij weten dat als ik het pleidooi wilde dat Baybasin zelf die dan aan mij zou moeten sturen.

    Later kwam ik erachter dat Baybasin helemaal geen post mag versturen. Ik begrijp nu ook waarom Boudine van Boublog zo hysterisch reageerde, toen ik een bedankbrief van baybasin aan mij publiceerde, waarin hij dat vertelt:
    pottenkijkers-gewenst

    Nee, ze waren niet blij dat ik begin 2015 met de website begon en hebben er alles aan gedaan om mij het moeilijk te maken, te belagen en in de media weg te zetten als een mevrouw met een gemankeerd geheugen.

Reacties zijn gesloten.