De zaak Baybasin: een samenvatting

Op 17 februari heb ik een eerste samenvatting geschreven over de publicaties tot dan met als titel “Baybasin, a free spirit after all” (Leest u svp eerst die samenvatting voordat u verder gaat)

Een free spirit, want ondanks zijn detentie blijft Baybasin doorvechten voor zijn recht. Sommigen, vooral de criticasters menen dat hij, na hem gehoord te hebben in het radioprogramma Talk2Myra, een dominante eigenwijze man is die geen tegenspraak dult. Zo heb ik dat beslist niet beluisterd, maar laat ik dit daarvan zeggen: als je niet een beetje dominant en eigenwijs bent dan red je het niet onder dergelijke omstandigheden, laat staan dat je de kracht kunt opbrengen om te blijven vechten, inmiddels al twintig jaar, voor je recht. Zijn incasseringsvermogen moet fenomenaal zijn. Dat kan niet anders. Ik kan daar alleen maar grote bewondering voor hebben. Dat hij niet zo blij met mij en mijn website is, althans dat is wat ik van zijn vrienden heb vernomen, doet daar niets aan af.

De volgende en tweede samenvatting betreft de artikelen die ik schreef van 18 februari tot 28 februari 2015. Lees verder “De zaak Baybasin: een samenvatting”

Baybaşin en de (re)constructie van een moord

Het oordeel

Het hof is op grond van het vorenstaande van oordeel dat tot medeplegen van moord kan worden geconcludeerd. De betrokkenheid van verdachte ( =Baybaşin) bestond uit het geven van opdrachten met betrekking tot de moord en het aansturen van de uiteindelijke dader.

Het hof is van oordeel dat tussen Baybaşin, die in Nederland verbleef, en Yavuz en Korkut en de pleger van het feit, een zeer nauwe samenwerking heeft bestaan, die op niets anders dan de dood van Öge gericht kon zijn. Verdachte moet dan ook als mededader worden aangemerkt en daaraan doet niet af dat verdachte bij de moord niet lijfelijk aanwezig was.”

Baybaşin is volgens het hof, weliswaar op afstand en via via via, namelijk via Yavuz en Nuri, die weer de opdracht gaven aan de tussenpersoan Metin, die op zijn beurt de pleger van het feit de opdracht gaf, kortom via via via, de medepleger van de moord op een man Öge genaamd in een theetuin in Istanboel.  En alleen voor dit delict kon, volgens Advocaat Generaal Aben, levenslang worden gegeven.

Daarvoor moest eerst Lieshout, als woonplaats van Baybaşin ten tijde van deze moord, als plaats delict worden aangemerkt door de rechters.

Is inmiddels de dader bekend? Nee. Het betreft hier dus nog altijd een anonieme dader uit Bitlis, omschreven door het hof als ‘de pleger van het feit’.

In feite is de moord op Öge nooit opgelost. Daarbij komt dat ook deze Öge net als Baybaşin door de toenmalige Turkse overheid werd gezien als staatsvijand en daarom net als Baybaşin moest vrezen voor zijn leven.

Toch vonden de rechters voldoende bewijs in de tapgesprekken, die Baybaşin zou hebben gevoerd met de twee intermediairs Yavuz en Korkut, om hem van de moord te beschuldigen.

Laten we eens kijken naar de re-constructie van deze moord zoals door het hof is vastgesteld.

Het hof: “Op 9 november 1997 is Sadik Suleyman Öge in een theetuin in Istanbul vermoord. Uit telefoongesprekken die zijn afgeluisterd voor, op en na die datum, blijkt dat de verdachte Baybaşin rechtstreeks betrokken is geweest bij deze moord.”

Rechtstreeks? Heeft Baybaşin rechtstreeks contact gehad met de pleger van het feit? Nee!

Het Hof: ‘Hij heeft voor de moord aangegeven dat het werk geregeld/geklaard moest worden. Kort na de moord is hem gemeld dat het “ding” in een tuin “voor elkaar is” en de verdachte heeft daarover zijn tevredenheid uitgesproken.”

Het werk moet geregeld/geklaard?
Het ding in de tuin is voor elkaar?
De verdachte heeft daarover zijn tevredenheid uitgesproken?

Behoorlijk vaag als je’t mij vraagt. En het klinkt wel aardig dat voor de moord en na de moord, maar het suggereert een tijdvolgordelijk verband. Eens kijken hoe deze rechters van het hof tot dat oordeel zijn gekomen.

Het Hof: “Rekening houdend met versluierd taalgebruik in de tot bewijs gebezigde tapgesprekken, welke het hof als zodanig behoedzaam gebruikt en waaraan het hof, gelet op de context waarin een en ander voorkomt en de samenhang daarvan met de externe werkelijkheid, dat wil zeggen zich buiten de tapgesprekken voordoende uit de bewijsmiddelen naar voren komende feiten, die duidelijk maken waarop die tapgesprekken betrekking hebben, inhoud geeft, overweegt het hof met betrekking tot het bewezen verklaarde nog als volgt:”

Ach zo, wij moeten hier uit opmaken dat de rechters heel behoedzaam aan het werk zijn gegaan met de resultaten van de tapgesprekken en bij het lezen van de transcripties rekening hebben gehouden met versluierd taalgebruik. Tja op die manier kun je overal een verhaal van maken. Baybaşin is er duidelijk over, hij heeft het zo niet gezegd en al helemaal niet zo bedoeld en de tijdstippen kloppen ook niet.

Over de veelzeggende tijd

Het Hof: ‘Uit de telefoontaps, in dossier 1 van de moord op Öge, leidt het hof af, gelet op de tijdstippen waarop die gesprekken
gevoerd werden en de informatie die over en weer tussen de gespreksdeelnemers werd uitgewisseld, dat verdachte nauw bij de moord op Öge betrokken was.Verdachte Baybaşin had voor de moord telefonisch contact met Yavuz en Korkut. Daaruit blijkt dat verdachte opdrachten, met betrekking tot de moord geeft, indirect de personen die uiteindelijk de opdracht moesten uitvoeren, aanstuurt en de gang van zaken daaromheen dirigeert.’

Ook uit de telefoongesprekken na de moord blijkt volgens de rechters van die betrokkenheid, want Baybaşin wordt op de hoogte gehouden van de uitvoering van de opdracht. Het Hof: ‘Als blijkt dat Öge op 9 november 1997 ’s middags om 16.25 uur in een theetuin in Istanbul wordt vermoord, wordt verdachte kort daarna, om 17.16 uur, door Yavuz gebeld dat de “opdracht” in de tuin was uitgevoerd, waarop verdachte verheugd reageert.’

Geen van de argumenten voor Baybaşins mede-moordenaarschap snijdt hout, stelt Derksen in zijn boek Verknipt bewijs. Het gehanteerde tijdschema door de rechters houdt geen stand.

Derksen schrijft: ‘Yavuz ( wie dat ook moge zijn) zou volgens het hof meteen na de moord om 18:16 gebeld hebben met Baybaşin. De moeilijkheid is dat bij nader inzien de moord om 15:30 plaatsvond en Yanuz spreekt over een gebeurtenis om 17:00 u.’

Over het contract om te liquideren

Het Hof: Tijdens het verhoor bij de rechter-commissaris op 13 januari 1999 met betrekking tot dit gesprek verklaart verdachte overigens dat hij met iemand over deze moord heeft gesproken op een tijdstip dat nog geen sprake kan zijn van publicatie in een krant, terwijl hij eerder in het verhoor aangeeft dat het gesprek gaat over hetgeen in een krant is verschenen over de moord op Öge.

Ton Derksen heeft daar in zijn boek Verknipt Bewijs uitvoerig bij stilgestaan. Want even voor de duidelijkheid Ton Derksen heeft meer gedaan dan het onderzoeken van tapgesprekken.(Verknipt Bewijs Hfdst 3 blz 151-196) Hij heeft ook gekeken naar de verhoren en uiteraard de rechtszaken. Hij komt tot de conclusie dat die vermeende daderkennis van Baybaşin wel heel erg kort door de bocht is vastgesteld. Derksen stelt vast dat de vermeende daderkennis die, door de rechtercommisaris en de rechters van het hof, aan Baybaşin wordt toegeschreven, zelfs hoogst onwaarschijnlijk is, waarna hij alle argumenten van het hof puntgewijs weerlegt, totdat er in feite niets overblijft van de bewijsvoering van het hof.

Over de theethuin als bewijs

Het hof stelt op basis van de transcripties: ‘Er worden bijzonderheden over de liquidatie besproken. Er wordt aangegeven dat het contract op de werkplaats was en dat daarbij één keer op hem was geschoten. Dat het de werkplaats was van het slachtoffer blijkt uit eerdergenoemd artikel in de Hürriyet, waarin wordt vermeld dat Öge de theetuin exploiteerde.’

Derksen: ‘Hier gaat het volgens de rechters om het liquideren op bestelling. Waarbij door de Rechter Commissaris de ontlastende gesprekken niet in de OM-keursselectie zijn opgenomen. In feite betreft het een gesprek uit 1990-1992 waar Baybaşin een contract met een jongen bespreekt, inderdaad als zakenman.’

De werkplaats wordt voor de rechters de theetuin, immers we hebben te maken met versluierde berichtgeving.

Derksen schrijft verder: ‘De tuin wordt door het hof uitgespeeld als indicatie dat het om de theetuin gaat. Maar in de juiste vertaling van het telefoongesprek wordt gesproken over een buidel in de correct vertaalde zin: De vlucht van de mensen met de buidel is geslaagd, en nu hebben de vluchtelingen een plaats nodig.’

Voorwaar dat is toch heel iets anders.

Derksen: Dat het de ‘werkplaats’ was van het slachtoffer blijkt uit eerdergenoemd artikel in de Hürriyet, waarin wordt vermeld dat Öge de theetuin exploiteerde.

Over het doden met 1 schot

Het hof stelt op basis van de transcripties: ‘Er worden bijzonderheden over de liquidatie besproken tussen Baybaşin en Yavuz. Er wordt aangegeven dat het contract op de werkplaats was en dat daarbij één keer op hem was geschoten, hetgeen overeenstemt met een ter zake opgemaakte medische verklaring (één inschotverwonding)’

Derksen schrijft: ‘Yavuz weet van het ene schot waarmee Öge is omgekomen, maar dat wist hij pas de volgende dag, nadat hij het had gelezen in de krant de Hürriyet. Yavuz vermelding van dat ene schot in het gesprek met Baybaşin is volstrekt geen aanwijzing van daderkennis, laat staan voor die van Baybaşin.’

Over de Sakalli (=baardmans) Öge die op weg gaat naar de begraafplaats

Het hof leest in de transcripties: ‘Er is sprake van de eerloze Sakalli (=man met baard)  terwijl op de foto van het slachtoffer in de Hürriyet een persoon te zien is met een volle baard.’

Ja als we de redeneertrant van dit hof volgen dan kan het niet anders zijn dan dat het dezelfde man betreft, man met baard, dat moet Öge zijn.

Ook de officier van justitie meldt dat deze eerloze sakkali Öge moet zijn, die samen met Mehmet Ali een heroineschuld bij Baybaşin heeft van 435.000 gulden.

Derksen daarover: ‘Het Hof meent te weten dat de Sakalli die Baybaşin in een telefoongesprek noemt, slaat op Sakalli Öge, maar Baybaşin heeft het over Sakalli Ali, de broer van Mehmet Ali. De Sakalli Ali  waar Baybasin het in zijn telefoongesprek over had, had wel een baard net als de Sakkali Öge in de theetuin, maar had geen schuld bij Baybaşin.

Kunt u lezer het nog volgen?

“Daarbij komt dat ook na 9 november, de fatale dag in de theetuin, Baybaşin nog steeds en regelmatig spreekt  over sakkali als levende personage.

“Het vreemde is dat in zijn repliek, de Advocaat Generaal erkent dat het om twee personen gaat. “Dat doet wat de A-G betreft verder ook totaal niet ter zake, nu Baybaşin zelf had aangegeven dat het gesprek wel degelijk over de moord op Öge ging.’

Blijkbaar is het Hof daar wel erg gemakkelijk overheen gestapt! Persoonlijk vind ik dat niet te bevatten, als je daarna er toe over gaat een man tot levenslang te veroordelen.

En dan zijn we weer terug bij af, namelijk de veronderstelde daderkennis van Baybaşin. Die hij dus niet had.

Over ‘niemand mag wat zeggen van Baybaşin’

Het hof stelt op basis van de transcripties vast: ‘Baybaşin geeft opdracht dat over deze zaak niet mag worden gesproken.’

Derksen schrijft: ‘Het hof ziet in het door Baybaşin opgelegde stilzwijgen van mensen een reden voor zijn betrokkenheid bij de moord.’

Opnieuw een vergezocht verband met de moord, maar om dat nu een bewijs te noemen!

Over het motief: de (heroine) schuld mag niet ongestraft blijven

Volgens het OM had Öge een grote heroineschuld bij Baybaşin. Zoiets kon niet ongestraft blijven. Tja nu komt dat hele verhaal van de twee baardmannen weer om de hoek kijken, want niet sakalli Öge had een schuld bij Baybaşin, maar Mehmet Ali, waarvoor de broer sakalli Ali als contactpersoon optrad. Daarmee vervalt het motief stelt Derksen.  En zo is het.

Over de twee intermediairs, de zogenaamde medeplegers van Baybaşin:
Yavu Yavuzturk, is aangeklaagd voor de medewerking aan de liquidatie van Öge, mede op het Nederlandse bewijsmateriaal, desondanks op 13 oktober 2004 vrijgesproken door de Turkse rechter. Nuri Korkut is in Turkije niet eens aangemerkt als verdachte.

In zijn slotconclusie stelt Derksen dat in de veroordeling van Baybaşin (tot levenslange gevangenisstraf) sprake is geweest van fitness for purpuse.

Anders gezegd: Barbertje moest hangen.

En nu is Aben aan zet in verband met het herzieningsverzoek van Baybaşin. Hij heeft ondanks de onderzoeksresultaten van Derksen, en na vier jaar onderzoek, recent een nieuwe deskundige in de arm genomen. Iemand die volgens Aben vanuit een geheel andere invalshoek de zaak Baybaşin gaat benaderen.

Tja dan denk ik inmiddels toch echt dat deze meneer een nieuwe draai aan het verhaal moet geven. De onwil om werkelijk recht te doen aan Baybasin is zo stuitend aanwezig, door het telkens maar weer uitstellen.

Aben besluit zijn conclusie met: “Bij beslissingen over de inrichting en de uitvoering van het onderzoek zullen de verzoeker Baybaşin en zijn raadsvrouw worden gekend, en dit in de stellige overtuiging dat de gelegenheid tot tegenspraak niet alleen een universeel beginsel van “fair trial” betreft, doch ook een noodzakelijke voorwaarde voor verantwoorde waarheidsvinding.”

Die belofte maakt schuld!

lees ook:

Baybasin en de conclusie van Aben
Aben speelt Iene Miene Mutte met Baybasin
Baybasin en de rechters die zichzelf overtroffen
Baybasin en zijn weapon of destructie
Baybasin en de papieren tijgers
Baybasin: Barbertje moet blijven hangen!

Voorlopig is dit het laatste artikel. Ik heb in sneltreinvaart het nodige geschreven en ik hoop dat bezoekers al mijn artikelen willen lezen. Om werkelijk een goed beeld te krijgen van wat hier speelt is dat m.i. nodig. Een goede start is wellicht mijn samenvatting van de eerste serie artikelen.

Baybaşin: a free spirit after all

Ik ga nu bezig met het hier en daar verbeteren van de tekst en het vertalen van de artikelen in het Engels. Niet in de laatste plaats voor Baybaşin zelf.

L.D.Broersma

Link naar het vonnis

Baybaşin en de papieren tijgers

‘Jongens’, zei ik op een keer tegen mijn beide kleinzonen,’ jongens, wat kun je nu het beste doen als je alleen bent en een groep agressieve  jongens tegenkomt?…… Als je kans ziet, maak je dan uit de voeten, maar lukt dat niet, probeer dan de leider te vinden, degene die de opdrachten geeft. Daar ga je met al je energie op af. Dat is jullie enige kans jongens in zo’n situatie. Dat heb ik niet van mezelf maar van jullie oudoom. Die deed dat zo! Maar nogmaals alleen als je niet anders kan.’

Ook Baybasin voelde zich geplaatst tegenover een groep en is het gevecht aan gegaan met
Lees verder “Baybaşin en de papieren tijgers”

Aben speelt iene miene mutte met Baybasin

Mijn moeder zei vroeger altijd: Als je ergens geen verstand van hebt ga dan te rade bij mensen met ervaring. Ik denk met zeer warme gevoelens en bewondering aan haar. Dus ja juridisch heb ik natuurlijk geen kaas gegeten van al die rechtszaken, vonnissen, arresten en herzieningsverzoeken, dus ik mag graag mensen die er verstand van hebben lezen. Daarvan zijn er op het web niet zoveel en dan kom je al gauw uit bij een unieke figuur als voormalig Raadsheer Wicher Wedzinga. Ik mag Wicher wel met Lees verder “Aben speelt iene miene mutte met Baybasin”

Baybasin en zijn alibi


Mijn schoonzoon is boer en heeft twee boerenzonen, flinke jongens, inmiddels al flinke kerels, maar toen nog flinke jongens, die wel eens wat voor hun vader wilden doen.Zo ook die keer dat vader ziek was en van ellende op de bank lag, na het melken uiteraard, want de koeien kunnen niet wachten en het boerenleven gaat door ook al ben je ziek. De dag ervoor had hij, zo ziek als hij was, toch kans gezien om 125 mollenvallen te zetten. Ja het is hard, maar een koe die in zo’n mollengat trapt is ook niet wat. Kortom, vanaf de bank vroeg hij zijn zoon om de vallen langs te lopen.

Zoonlief ging voortvarend aan de slag. Lees verder “Baybasin en zijn alibi”