Baybasin en twee vliegen in één klap.

Twee vliegen in één klap, dat moeten de Turkse en Nederlandse regeringen hebben gedacht, want met het uitschakelen van Huseyin Baybasin werdt tevens aan de oprichting van de Koerdische parlementen in ballingschap een gevoelige klap uitgedeeld en een halt toegeroepen. In de tweede plaats werd daarmee Baybasin als klokkenluider over de Turks-Nederlandse connectie in de heroinehandel uitgeschakeld, in een voor de Nederlandse staat zo gevoelige periode van net na de parlementaire IRT enquete. Nederland was ook niet blij met deze gabber die zonodig zondige zaken aan het licht moest brengen en bovendien met dat Koerdisch parlement in Den Haag, een verstorend element zou kunnen worden voor de ‘goede’ diplomatieke betrekkingen met Turkije.

En dat was de deal, het complot, het herenakkoord: twee vliegen in een klap. In 1995 mislukte de uitlevering naar Turkije ivm zijn asielaanvraag. Dat was een lelijke streep door de rekening om hem zo vlug mogelijk weer het land uit te werken richting Turkije. In 1998 lukte het wel met opnieuw een arrestatie, maar toen waren de twee landen even de regie kwijt, immers de tenlastelegging omvatte uitsluitend de beschuldiging van moord als verrekening van een heroineschuld. Zeg maar de gebruikelijke afrekeningen in het criminele milieu en daar kwam, tot grote schrik van Nederland,  Turkije met een persbericht dat daar lijnrecht tegenover stond.

„Op 27 maart 1998 organiseerde Murat Basesgioglu, de Turkse minister van Binnenlandse Zaken in allerijl een persconferentie. Die dag was in Nederland de vermogende Koerdische zakenman Huseyin baybasin gearresteerd. De minister eiste de eer voor zichzelf op: „Wij hebben Baybasin gearresteerd” zo zei hij dat letterlijk. En hij kon ook precies uitleggen waarom: „ Baybasin ondersteunt met grote sommen geld de Koerdische TV-zender Med-TV, het Koerdische parlement in ballingschap en de PKK. dat hebben we nu een halt toegeroepen.”

Het Nederlands Openbaar Ministerie legde het iets anders uit: Baybasin was gearresteerd omdat hij leider was van een ongekend groot misdaadconcern. Men ( let op niet wij of het OM) had vijf maanden zijn telefoon afgeluisterd. Hij verdiende miljoenen met zijn drugshandel en minstens twee keer had hij met zijn autotelefoon in code taal ( let op: make him call was de codetaal voor maak hem koud) vanuit Nederland een opdracht tot moord gegeven, in de Verenigde staten en Turkije.”

Zie artikel: De lange arm van Ankara.  Als geen ander wisten de Nederlanders dat bericht snel met behulp van de vrienden van de staat, weg te masseren.

Twee maanden later verschijnt er in de Groene Amsterdammer een artikel  over het boek De Maffia van Turkije, waar Baybasin wordt geintroduceerd als de Pablo Escobar van Europa.

#Baybaşin en de fijne heren der wetenschap

Baybasin werd in Nederland op 24 december 1995 in de val gelokt. Hij moest oorspronkelijk die dag helemaal niet in Nederland zijn. Hij was voor besprekingen in Brussel. Er moet sprake zijn geweest van een organisatie om hem in de val te laten lopen, immers hij werd 24 december 1995 direct over de grens opgepakt op basis van een uitleveringsverzoek van 9 maart 1995, zo schrijft Bovenkerk.   Daarvoor was er al een arrestatiebevel uitgevaardigd, zo staat zwart op wit te lezen in het hoofdstuk waar het hele boek om draait, Baybasin. En dat terwijl altijd de suggestie is gewekt dat het verzoek om uitlevering na de asielaanvraag was gekomen.

Deze Frank Bovenkerk was als deskundige nauw betrokken bij het IRT-onderzoek. Ik begrijp heel goed waarom juist dit boek , deze eerste uitgave, moest verdwijnen. En wel hierom:

Alleen de advocaten van het eerste uur hebben de rechtmatigheid van zijn arrestatie in 1995 aangekaart, maar dit is in het totaal verdwenen.

En terwijl Baybasin bijna op een wanhopige manier, wanneer hij maar de kans krijgt om zich openbaar uit te spreken, benadrukt dat hij toen is gegijzeld, wordt het jaar 1995 tot voor kort, evenals het woord gijzelaar consequent weggedrukt. Zelfs door zijn huidige verdedigers. Hoe is dat mogelijk? Ze noemden hem tot voor kort nog altijd de asielzoeker.

Pas nadat ik er keer op keer aandacht voor vroeg is de verdediging, ogenschijnlijk toen pas, bezig gegaan met een WOBverzoek, hoewel niet zelf maar via Ton Hofstede. Hoe kan het bestaan?

Baybasin kreeg zelfs het verbod van zijn advocaat om over deze periode en dit boek te spreken, hoewel hij, schat ik, niet op de hoogte is geweest van juist deze voor hem zo belangrijke passage in dat boek. Hij heeft veel later de Engelse versie uit 2007 onder ogen gekregen, toen hij inmiddels al tot levenslang was veroordeeld tot in de hoogste regionen. Hoe kan het? Waar is die verdediging van hem mee bezig geweest?

Ik heb me dat vele malen afgevraagd. Hoe kan het bestaan dat deze mensen die zich de verdedigers van Baybasin noemen, dat deze mensen hem presenteerden als een spijtoptant van een misdadig verleden, zoals Boudine Berkenbosch dat beweerde, of hem asielzoeker bleven noemen, zoals ik Myra hoorde zeggen en Ton Hofstede in een uitzending, en Van der Plas het in de teksten op zn minst dat suggereert. En dat nadat de man  in de interviews die hij gaf bij Talk2Myra, en zelfs bij de rechter keer op keer benadrukt dat hij dat niet is, maar een gijzelaar. Ze laten de man gewoon ‘lullen’ als ik eens plastisch mag uitdrukken. Maar ik heb de moeite genomen om naar hem te luisteren. Werkelijk te luisteren.

Het jaar 2014 is het jaar geworden van de apotheose van de heren Poot met hun 20 miljard claim op de staat en de, door de Roestige Spijker georchestreerde, getuigenverhoren, in maart en april van dat jaar. Allemaal voor de documentaire Dutch Injustice, when childtrafficing rules a nation. Met uiteraard een hoofdrol voor de pedofiele Demmink, die in Turkije kinderen had verkracht. Baybasin met zijn geheime rapport en Langendoen hadden daarvoor de munitie geleverd. Na afloop schreef ik in mei:

ldbroersma : En terwijl het volk nog volop aan het kwekkebekken is over dedemminkkwestie en devaatstrakwestie worden achter de schermen de rekwisieten reeds opgeborgen, het personeel alvast naar huis gestuurd en blijft de facade nog even staan, zodat het nog wat lijkt. Toch meneer Rubenstein? Je tactisch terugtrekken van het strijdtoneel is ook nog een hele kunst, ik zie het aan mensen als Kat, Dankbaar en zovele anderen. Het dollen van de trollen is ook een zachte dood aan het sterven. Van de heren Poot verwacht ik geen vlammende betogen meer in de kranten. Laat staan dat we te horen krijgen hoever het staat met die claim van 20 miljard. Wat rest is een lege stichting. Hallo is daar iemand?

Het duurde dan ook niet lang of Poot liet in juni 2014 in de krant weten dat hij het voor gezien hield. Voor mij geen verrassing. En in november 2014 viel het doek definitief. Poot en de Roestige Spijker en vele aan hen gelieerde websites, zoals ArrestDemmink, werden opgedoekt.

Het jaar 2015 is het jaar geworden van de omkering in de Baybasinzaak: geleidelijk aan wordt Demmink in een ander licht gezet. Demmink is nog wel de grote almachtige boosaard, maar als ‘dirty pedophile’ is hij voor de Baybasinzaak van mindere betekenis aan het worden. De focus wordt door de verdediging, met behulp van de vrijheidstrijders, voor Baybasin, en de onafhankelijke nieuwsgaring, in deze: Wim van de Poll van crimesite, Koen Voskuil van het AD, en Henk Rijkers van het Katholiek Nieuwsblad, verlegd naar de vervalste taps, en heel voorzichtig aan ook naar de asielkwestie en het jaar 1995.

Kritische geluiden en andere visies worden ogenblikkelijk door het stofzuigerteam getackeld. En dan heb ik het niet alleen over mijzelf. Ik worstel en kom toch weer boven blijkt telkens, ook tot mijn eigen verrassing.

De Koerdische kwestie, waar Rein Gerritsen druk mee is, wordt in de koeling gezet om ‘de belangen van Baybasin niet te schaden’. Dat boek houden de nieuwsgierigen, al sedert april 2015, van hem te goed, maar het komt, het komt, in ieder geval na de uitspraak in het herzieningsverzoek. Ook de conclusie van Aben komt, het komt, maar het wordt wel een spannen jaar hoor! De verdediging heeft zo gestreden voor de man. En the queen of justice geeft nooit op.

Waar ik eerst dacht: nou ja, achteraf en van een afstand is alles gemakkelijk, die mensen hebben verkeerde keuzes gemaakt: ze zijn er in gelopen, ben ik nu, alles overziend en overdacht te hebben, tot de conclusie gekomen dat heel die verdediging hem, door de keuzes die zijn gemaakt, uitstekend achter de tralies heeft weten te houden, die 20 jaar.

Eerst was ik gefocust, net als zoveel anderen, op de machinaties van de staat, maar toen begon ik me ook eens te verdiepen in de verdediging. En wat ik toen constateerde heeft mij minstens zo geschokt.

De rechters hebben vanaf 2007 gewaarschuwd en aangegeven dat ze met de pedofiliekwestie, het complot en de chantage op hoog niveau, geen kant uitkonden in de zaak Baybasin. In plaats dat de verdediging zich dat aantrok zijn ze doodleuk doorgegaan. Is hier sprake van een kokervisie, dacht ik? Wat is hier aan de hand? Hoe kan het dat die keuze keer op keer is gemaakt om de tenlastelegging, die zou draaien om een verrekening in het criminele circuit vanwege een heroine ripdeal, op te hangen aan een complot met Demmink als gechanteerde pedofiel in de hoofdrol. Keer op keer op basis van een 60 pagina’s tellend ‘mysterieus’ aanvullend rapport op een 1000 pagina’s tellend Turks rapport van de Turkse geheime dienst, aangevuld met de bevindingen van Langendoen ter plaatste.

Nou ja Demmink als pedofiel is in de laatste aanklacht van september 2011 weggelaten omdat de Turkse mannen zelf een procedure zijn gestart, maar vervolgens wordt het hele betoog wederom voornamelijk opgehangen aan dat geheime Turkse rapport en het complot op hoog niveau. Ik heb het werkelijk met alle verstand bekeken.  ‘Baybasin wil het zo’, komt Myra Adele van der Plas hier verdedigen. En de Turken en de Nederlanders willen niet, zo wordt het ons voorgeschoteld. Maar dat hele verhaal past niet binnen de tenlaste legging en de uiteindelijke veroordeling tot levenslang.

Pas met de uitgave van het eerste boek van Ton Derksen Verknipt Bewijs van mei 2014 komt de focus te liggen waar hij op had horen te liggen, namelijk de ten laste legging. Inderdaad dat gebeurde na de getuigenverhoren van de Roestige Spijker in maart en april van dat jaar. En nu dan met zijn nieuwe boek, De Tapverslagen, waaruit een overstelpende hoeveelheid nieuw bewijs is gekomen.

Wat mij dat zegt?: Alles is getimed.

Het luidde en luidt een nieuwe fase in: afbouw, opbouw, inleiding tot de afloop?

Tja de afloop: sommigen hopen op bijltjesdag, er wordt wat afgetweet op twitter.

Ik hoop op een goede afloop voor Baybasin. De man is gewoon consistent in wat hij zegt en voor mij geloofwaardig. Mijn vertrouwen in hem ben ik niet kwijtgeraakt.

Voor een goede afloop heeft hij Aben en ook Bas van de Heuvel nodig, die Ton Derksen zonodig publiekelijk voor gek moest zetten (ze hebben zo gelachen tijdens de boekpresentatie, las ik). Dat verhoudt zich toch niet met de ernst van de zaak? Het geeft gewoon geen pas in normale zakelijke  betrekkingen, laat staan in een zaak als deze. Dat hele circus is wat mij tegen staat en ook te denken geeft.

Een goede afloop is uiteraard ook afhankelijk van het materiaal dat de rechters onder ogen krijgen. Ik mag hopen dat dat materiaal met behulp van Ton Derksen nu dan eindelijk van goede kwaliteit is, want het zijn uiteindelijk de rechters die moeten kunnen oordelen op basis van een deugdelijke bewijsvoering.

#Baybasin en het jaar 1995

Volgens Jolande Van der Graaf in de Telegraaf volgt dus binnenkort de ontknoping in het Herzieningsverzoek van Huseyin Baybasin, die zijn advocaat namens hem in april 2011 indiende bij de Hoge Raad. Diederik Aben is er dan ruim 4,5 jaar mee bezig geweest.

Ik heb begrepen uit een artikel van Ton Hofstede van Het Haagse Complot dat er twee gespreksonderwerpen tussen de Advocaat Generaal Aben en Baybasin zullen zijn:

  1. het 25 pagina’s tellende rapport van Bas van den Heuvel en
  2. de illegale arrestatie in 1995

En dat laatste onderwerp tot mijn verrassing. Bijgaande email van 21 december 2013 maakt denk ik e.e.a. duidelijk. Om de leesbaarheid te vergroten kunt u op de afbeelding klikken.

Baybasins arrestatie 1995-2

Baybasins arrestatie in 1995-2

Van der Plas had ik indertijd via email laten weten dat ik met name ook voor haar mijn beschouwingen op de zaak Baybasin gaf bij Vrij Nederland en later bij de Roestige Spijker. Waarom niet persoonlijk. Wel omdat ik absoluut onafhankelijk wilde blijven en vrij in het becommentariseren van wat zich aandiende.

Voor mij begon de zaak Baybasin echt interessant te worden toen ik het eerste radio-interview van Talk2Myra van 23 april 2013 beluisterde waarin Baybasin zijn arrestatie indecember van dat jaar  1995 schetst. Dat triggerde mij meteen.

Nu vind ik het uiteraard interessant of bij de aankomende ontknoping de vragen die ik indertijd bij de Roestige Spijker stelde, of daar een antwoord op komt via De Hoge Raad of rechters het mee gaan nemen in hun oordeel over het herzieningsverzoek.

Voordat ook De Roestige Spijker van het web verdwijnt heb ik een deel mijn commentaren aldaar voor de ‘geschiedenis’ bewaard. U kunt ze hieronder lezen. Deze reeks bestrijkt de periode april 2013 tot maart 2014. Ik maakte mijn beschouwingen persoonlijk en richtte mij meestal tot Robert Rubinstein, de voorzitter van de stichting:

– door ldbroersma op maandag 29 april 2013 om 14:09

Sinds een kleine twee jaren volg ik met interesse de kwestie Demmink en met name ook de veronderstelling dat hij namens de staat en onder druk van de Turkse overheid t.a.v. Baybasin smerig spel heeft gespeeld.

In de vorige uitzending van talk2myra, waar u vanavond te gast bent, was Baybasin zelf aan het woord en ik was meteen getriggerd toen hij vertelde dat hij een zakelijke bespreking had in Belgie maar op verzoek meegegaan was naar Nederland om daar te worden opgewacht door een arrestatieteam. Dat was in 1995, pas daarna heeft hij om uitlevering naar Turkije te voorkomen, asiel aangevraagd.

Volgens Baybasin is hij dus in de val gelopen door in 1995 naar Nederland te reizen. Dat betekent dat er vanuit Nederland een organisatie is opgezet om hem hier naar toe te lokken. Want toevallig is er niet een arrestatieteam op de been.

Wie heeft hier in Nederland een arrestatiebevel uitgevaardigd en wat was de inhoud daarvan. Wie heeft de arrestatie mogelijk gemaakt en wanneer is de Nederlandse overheid hiermee gestart en waarom Nederland? Had hij in Nederland een wet overtreden?

Lees verder “#Baybasin en het jaar 1995”

De zaak Baybasin: een samenvatting

Op 17 februari heb ik een eerste samenvatting geschreven over de publicaties tot dan met als titel “Baybasin, a free spirit after all” (Leest u svp eerst die samenvatting voordat u verder gaat)

Een free spirit, want ondanks zijn detentie blijft Baybasin doorvechten voor zijn recht. Sommigen, vooral de criticasters menen dat hij, na hem gehoord te hebben in het radioprogramma Talk2Myra, een dominante eigenwijze man is die geen tegenspraak dult. Zo heb ik dat beslist niet beluisterd, maar laat ik dit daarvan zeggen: als je niet een beetje dominant en eigenwijs bent dan red je het niet onder dergelijke omstandigheden, laat staan dat je de kracht kunt opbrengen om te blijven vechten, inmiddels al twintig jaar, voor je recht. Zijn incasseringsvermogen moet fenomenaal zijn. Dat kan niet anders. Ik kan daar alleen maar grote bewondering voor hebben. Dat hij niet zo blij met mij en mijn website is, althans dat is wat ik van zijn vrienden heb vernomen, doet daar niets aan af.

De volgende en tweede samenvatting betreft de artikelen die ik schreef van 18 februari tot 28 februari 2015. Lees verder “De zaak Baybasin: een samenvatting”

Baybaşin en de (re)constructie van een moord

Het oordeel

Het hof is op grond van het vorenstaande van oordeel dat tot medeplegen van moord kan worden geconcludeerd. De betrokkenheid van verdachte ( =Baybaşin) bestond uit het geven van opdrachten met betrekking tot de moord en het aansturen van de uiteindelijke dader.

Het hof is van oordeel dat tussen Baybaşin, die in Nederland verbleef, en Yavuz en Korkut en de pleger van het feit, een zeer nauwe samenwerking heeft bestaan, die op niets anders dan de dood van Öge gericht kon zijn. Verdachte moet dan ook als mededader worden aangemerkt en daaraan doet niet af dat verdachte bij de moord niet lijfelijk aanwezig was.”

Baybaşin is volgens het hof, weliswaar op afstand en via via via, namelijk via Yavuz en Nuri, die weer de opdracht gaven aan de tussenpersoan Metin, die op zijn beurt de pleger van het feit de opdracht gaf, kortom via via via, de medepleger van de moord op een man Öge genaamd in een theetuin in Istanboel.  En alleen voor dit delict kon, volgens Advocaat Generaal Aben, levenslang worden gegeven.

Daarvoor moest eerst Lieshout, als woonplaats van Baybaşin ten tijde van deze moord, als plaats delict worden aangemerkt door de rechters.

Is inmiddels de dader bekend? Nee. Het betreft hier dus nog altijd een anonieme dader uit Bitlis, omschreven door het hof als ‘de pleger van het feit’.

In feite is de moord op Öge nooit opgelost. Daarbij komt dat ook deze Öge net als Baybaşin door de toenmalige Turkse overheid werd gezien als staatsvijand en daarom net als Baybaşin moest vrezen voor zijn leven.

Toch vonden de rechters voldoende bewijs in de tapgesprekken, die Baybaşin zou hebben gevoerd met de twee intermediairs Yavuz en Korkut, om hem van de moord te beschuldigen.

Laten we eens kijken naar de re-constructie van deze moord zoals door het hof is vastgesteld.

Het hof: “Op 9 november 1997 is Sadik Suleyman Öge in een theetuin in Istanbul vermoord. Uit telefoongesprekken die zijn afgeluisterd voor, op en na die datum, blijkt dat de verdachte Baybaşin rechtstreeks betrokken is geweest bij deze moord.”

Rechtstreeks? Heeft Baybaşin rechtstreeks contact gehad met de pleger van het feit? Nee!

Het Hof: ‘Hij heeft voor de moord aangegeven dat het werk geregeld/geklaard moest worden. Kort na de moord is hem gemeld dat het “ding” in een tuin “voor elkaar is” en de verdachte heeft daarover zijn tevredenheid uitgesproken.”

Het werk moet geregeld/geklaard?
Het ding in de tuin is voor elkaar?
De verdachte heeft daarover zijn tevredenheid uitgesproken?

Behoorlijk vaag als je’t mij vraagt. En het klinkt wel aardig dat voor de moord en na de moord, maar het suggereert een tijdvolgordelijk verband. Eens kijken hoe deze rechters van het hof tot dat oordeel zijn gekomen.

Het Hof: “Rekening houdend met versluierd taalgebruik in de tot bewijs gebezigde tapgesprekken, welke het hof als zodanig behoedzaam gebruikt en waaraan het hof, gelet op de context waarin een en ander voorkomt en de samenhang daarvan met de externe werkelijkheid, dat wil zeggen zich buiten de tapgesprekken voordoende uit de bewijsmiddelen naar voren komende feiten, die duidelijk maken waarop die tapgesprekken betrekking hebben, inhoud geeft, overweegt het hof met betrekking tot het bewezen verklaarde nog als volgt:”

Ach zo, wij moeten hier uit opmaken dat de rechters heel behoedzaam aan het werk zijn gegaan met de resultaten van de tapgesprekken en bij het lezen van de transcripties rekening hebben gehouden met versluierd taalgebruik. Tja op die manier kun je overal een verhaal van maken. Baybaşin is er duidelijk over, hij heeft het zo niet gezegd en al helemaal niet zo bedoeld en de tijdstippen kloppen ook niet.

Over de veelzeggende tijd

Het Hof: ‘Uit de telefoontaps, in dossier 1 van de moord op Öge, leidt het hof af, gelet op de tijdstippen waarop die gesprekken
gevoerd werden en de informatie die over en weer tussen de gespreksdeelnemers werd uitgewisseld, dat verdachte nauw bij de moord op Öge betrokken was.Verdachte Baybaşin had voor de moord telefonisch contact met Yavuz en Korkut. Daaruit blijkt dat verdachte opdrachten, met betrekking tot de moord geeft, indirect de personen die uiteindelijk de opdracht moesten uitvoeren, aanstuurt en de gang van zaken daaromheen dirigeert.’

Ook uit de telefoongesprekken na de moord blijkt volgens de rechters van die betrokkenheid, want Baybaşin wordt op de hoogte gehouden van de uitvoering van de opdracht. Het Hof: ‘Als blijkt dat Öge op 9 november 1997 ’s middags om 16.25 uur in een theetuin in Istanbul wordt vermoord, wordt verdachte kort daarna, om 17.16 uur, door Yavuz gebeld dat de “opdracht” in de tuin was uitgevoerd, waarop verdachte verheugd reageert.’

Geen van de argumenten voor Baybaşins mede-moordenaarschap snijdt hout, stelt Derksen in zijn boek Verknipt bewijs. Het gehanteerde tijdschema door de rechters houdt geen stand.

Derksen schrijft: ‘Yavuz ( wie dat ook moge zijn) zou volgens het hof meteen na de moord om 18:16 gebeld hebben met Baybaşin. De moeilijkheid is dat bij nader inzien de moord om 15:30 plaatsvond en Yanuz spreekt over een gebeurtenis om 17:00 u.’

Over het contract om te liquideren

Het Hof: Tijdens het verhoor bij de rechter-commissaris op 13 januari 1999 met betrekking tot dit gesprek verklaart verdachte overigens dat hij met iemand over deze moord heeft gesproken op een tijdstip dat nog geen sprake kan zijn van publicatie in een krant, terwijl hij eerder in het verhoor aangeeft dat het gesprek gaat over hetgeen in een krant is verschenen over de moord op Öge.

Ton Derksen heeft daar in zijn boek Verknipt Bewijs uitvoerig bij stilgestaan. Want even voor de duidelijkheid Ton Derksen heeft meer gedaan dan het onderzoeken van tapgesprekken.(Verknipt Bewijs Hfdst 3 blz 151-196) Hij heeft ook gekeken naar de verhoren en uiteraard de rechtszaken. Hij komt tot de conclusie dat die vermeende daderkennis van Baybaşin wel heel erg kort door de bocht is vastgesteld. Derksen stelt vast dat de vermeende daderkennis die, door de rechtercommisaris en de rechters van het hof, aan Baybaşin wordt toegeschreven, zelfs hoogst onwaarschijnlijk is, waarna hij alle argumenten van het hof puntgewijs weerlegt, totdat er in feite niets overblijft van de bewijsvoering van het hof.

Over de theethuin als bewijs

Het hof stelt op basis van de transcripties: ‘Er worden bijzonderheden over de liquidatie besproken. Er wordt aangegeven dat het contract op de werkplaats was en dat daarbij één keer op hem was geschoten. Dat het de werkplaats was van het slachtoffer blijkt uit eerdergenoemd artikel in de Hürriyet, waarin wordt vermeld dat Öge de theetuin exploiteerde.’

Derksen: ‘Hier gaat het volgens de rechters om het liquideren op bestelling. Waarbij door de Rechter Commissaris de ontlastende gesprekken niet in de OM-keursselectie zijn opgenomen. In feite betreft het een gesprek uit 1990-1992 waar Baybaşin een contract met een jongen bespreekt, inderdaad als zakenman.’

De werkplaats wordt voor de rechters de theetuin, immers we hebben te maken met versluierde berichtgeving.

Derksen schrijft verder: ‘De tuin wordt door het hof uitgespeeld als indicatie dat het om de theetuin gaat. Maar in de juiste vertaling van het telefoongesprek wordt gesproken over een buidel in de correct vertaalde zin: De vlucht van de mensen met de buidel is geslaagd, en nu hebben de vluchtelingen een plaats nodig.’

Voorwaar dat is toch heel iets anders.

Derksen: Dat het de ‘werkplaats’ was van het slachtoffer blijkt uit eerdergenoemd artikel in de Hürriyet, waarin wordt vermeld dat Öge de theetuin exploiteerde.

Over het doden met 1 schot

Het hof stelt op basis van de transcripties: ‘Er worden bijzonderheden over de liquidatie besproken tussen Baybaşin en Yavuz. Er wordt aangegeven dat het contract op de werkplaats was en dat daarbij één keer op hem was geschoten, hetgeen overeenstemt met een ter zake opgemaakte medische verklaring (één inschotverwonding)’

Derksen schrijft: ‘Yavuz weet van het ene schot waarmee Öge is omgekomen, maar dat wist hij pas de volgende dag, nadat hij het had gelezen in de krant de Hürriyet. Yavuz vermelding van dat ene schot in het gesprek met Baybaşin is volstrekt geen aanwijzing van daderkennis, laat staan voor die van Baybaşin.’

Over de Sakalli (=baardmans) Öge die op weg gaat naar de begraafplaats

Het hof leest in de transcripties: ‘Er is sprake van de eerloze Sakalli (=man met baard)  terwijl op de foto van het slachtoffer in de Hürriyet een persoon te zien is met een volle baard.’

Ja als we de redeneertrant van dit hof volgen dan kan het niet anders zijn dan dat het dezelfde man betreft, man met baard, dat moet Öge zijn.

Ook de officier van justitie meldt dat deze eerloze sakkali Öge moet zijn, die samen met Mehmet Ali een heroineschuld bij Baybaşin heeft van 435.000 gulden.

Derksen daarover: ‘Het Hof meent te weten dat de Sakalli die Baybaşin in een telefoongesprek noemt, slaat op Sakalli Öge, maar Baybaşin heeft het over Sakalli Ali, de broer van Mehmet Ali. De Sakalli Ali  waar Baybasin het in zijn telefoongesprek over had, had wel een baard net als de Sakkali Öge in de theetuin, maar had geen schuld bij Baybaşin.

Kunt u lezer het nog volgen?

“Daarbij komt dat ook na 9 november, de fatale dag in de theetuin, Baybaşin nog steeds en regelmatig spreekt  over sakkali als levende personage.

“Het vreemde is dat in zijn repliek, de Advocaat Generaal erkent dat het om twee personen gaat. “Dat doet wat de A-G betreft verder ook totaal niet ter zake, nu Baybaşin zelf had aangegeven dat het gesprek wel degelijk over de moord op Öge ging.’

Blijkbaar is het Hof daar wel erg gemakkelijk overheen gestapt! Persoonlijk vind ik dat niet te bevatten, als je daarna er toe over gaat een man tot levenslang te veroordelen.

En dan zijn we weer terug bij af, namelijk de veronderstelde daderkennis van Baybaşin. Die hij dus niet had.

Over ‘niemand mag wat zeggen van Baybaşin’

Het hof stelt op basis van de transcripties vast: ‘Baybaşin geeft opdracht dat over deze zaak niet mag worden gesproken.’

Derksen schrijft: ‘Het hof ziet in het door Baybaşin opgelegde stilzwijgen van mensen een reden voor zijn betrokkenheid bij de moord.’

Opnieuw een vergezocht verband met de moord, maar om dat nu een bewijs te noemen!

Over het motief: de (heroine) schuld mag niet ongestraft blijven

Volgens het OM had Öge een grote heroineschuld bij Baybaşin. Zoiets kon niet ongestraft blijven. Tja nu komt dat hele verhaal van de twee baardmannen weer om de hoek kijken, want niet sakalli Öge had een schuld bij Baybaşin, maar Mehmet Ali, waarvoor de broer sakalli Ali als contactpersoon optrad. Daarmee vervalt het motief stelt Derksen.  En zo is het.

Over de twee intermediairs, de zogenaamde medeplegers van Baybaşin:
Yavu Yavuzturk, is aangeklaagd voor de medewerking aan de liquidatie van Öge, mede op het Nederlandse bewijsmateriaal, desondanks op 13 oktober 2004 vrijgesproken door de Turkse rechter. Nuri Korkut is in Turkije niet eens aangemerkt als verdachte.

In zijn slotconclusie stelt Derksen dat in de veroordeling van Baybaşin (tot levenslange gevangenisstraf) sprake is geweest van fitness for purpuse.

Anders gezegd: Barbertje moest hangen.

En nu is Aben aan zet in verband met het herzieningsverzoek van Baybaşin. Hij heeft ondanks de onderzoeksresultaten van Derksen, en na vier jaar onderzoek, recent een nieuwe deskundige in de arm genomen. Iemand die volgens Aben vanuit een geheel andere invalshoek de zaak Baybaşin gaat benaderen.

Tja dan denk ik inmiddels toch echt dat deze meneer een nieuwe draai aan het verhaal moet geven. De onwil om werkelijk recht te doen aan Baybasin is zo stuitend aanwezig, door het telkens maar weer uitstellen.

Aben besluit zijn conclusie met: “Bij beslissingen over de inrichting en de uitvoering van het onderzoek zullen de verzoeker Baybaşin en zijn raadsvrouw worden gekend, en dit in de stellige overtuiging dat de gelegenheid tot tegenspraak niet alleen een universeel beginsel van “fair trial” betreft, doch ook een noodzakelijke voorwaarde voor verantwoorde waarheidsvinding.”

Die belofte maakt schuld!

lees ook:

Baybasin en de conclusie van Aben
Aben speelt Iene Miene Mutte met Baybasin
Baybasin en de rechters die zichzelf overtroffen
Baybasin en zijn weapon of destructie
Baybasin en de papieren tijgers
Baybasin: Barbertje moet blijven hangen!

Voorlopig is dit het laatste artikel. Ik heb in sneltreinvaart het nodige geschreven en ik hoop dat bezoekers al mijn artikelen willen lezen. Om werkelijk een goed beeld te krijgen van wat hier speelt is dat m.i. nodig. Een goede start is wellicht mijn samenvatting van de eerste serie artikelen.

Baybaşin: a free spirit after all

Ik ga nu bezig met het hier en daar verbeteren van de tekst en het vertalen van de artikelen in het Engels. Niet in de laatste plaats voor Baybaşin zelf.

L.D.Broersma

Link naar het vonnis

Baybasin en zijn alibi


Mijn schoonzoon is boer en heeft twee boerenzonen, flinke jongens, inmiddels al flinke kerels, maar toen nog flinke jongens, die wel eens wat voor hun vader wilden doen.Zo ook die keer dat vader ziek was en van ellende op de bank lag, na het melken uiteraard, want de koeien kunnen niet wachten en het boerenleven gaat door ook al ben je ziek. De dag ervoor had hij, zo ziek als hij was, toch kans gezien om 125 mollenvallen te zetten. Ja het is hard, maar een koe die in zo’n mollengat trapt is ook niet wat. Kortom, vanaf de bank vroeg hij zijn zoon om de vallen langs te lopen.

Zoonlief ging voortvarend aan de slag. Lees verder “Baybasin en zijn alibi”