Baybaşin en de verhalenvertellers

Het boek van Bovenkerk in 1998, De Maffia van Turkije, beter gezegd de hernieuwde uitgave in 2004 (Engelse vertaling 2007) is de bron geweest  voor het vestigen van Baybaşins naam als ‘de Koerdische Pablo Escobar’.

De berichtgeving over de ‘misdadige’ clan Baybaşin in de mainstreammedia komt pas daarna goed op gang. Daarvoor hoef je alleen maar op het internet te kijken.

Maar wat mij het meest intrigeert op dit moment is deze eerste alinea in het boek van 1998 waarin het verhaal van Hüseyin Baybaşin door de schrijvers wordt ingeleid:

“Zijn signalement was internationaal verspreid.”  Wij moeten daaruit begrijpen dat onze politie uitkeek naar een man die voldeed aan dat signalement en daarvoor onopvallende auto’s aanhield bij de grens om dan even een blik naar binnen te werpen om te zien of zich daarin een man zou bevinden die aan dat signalement voldeed. ( dat zijn nu de trucs waar ik het in mijn vorige aflevering over had)

Over die arrestatie had ik begin 2013 eigenlijk al zo mijn vragen. Uit mijn externe geheugen bij De Roestige Spijker:

– door ldbroersma op maandag 29 april 2013 om 14:09

“In de vorige uitzending van talk2myra, waar u (Rubinstein) vanavond te gast bent, was Baybasin zelf aan het woord en ik was meteen getriggerd toen hij vertelde dat hij een zakelijke bespreking had in Belgie maar op verzoek meegegaan was naar Nederland om daar te worden opgewacht door een arrestatieteam. Dat was in 1995, pas daarna heeft hij om uitlevering naar Turkije te voorkomen, asiel aangevraagd.



Volgens Baybasin is hij dus in de val gelopen door in 1995 naar Nederland te reizen. Dat betekent dat er vanuit Nederland een organisatie is opgezet om hem hier naar toe te lokken. Want toevallig is er niet een arrestatieteam op de been.

 

Wie heeft hier in Nederland een arrestatiebevel uitgevaardigd en wat was de inhoud daarvan? Wie heeft de arrestatie mogelijk gemaakt en wanneer is de Nederlandse overheid hiermee gestart en waarom Nederland? Had hij in Nederland een wet overtreden?



De Turkse overheid heeft in 1995 ook om uitlevering gevraagd. Dat heeft Baybasin kunnen voorkomen door een asielprocedure op gang te zetten en op 28 oktober 1997 heeft de rechter uitlevering verboden en is hij in vrijheid gesteld. Om in 1998 opnieuw gearresteerd te worden maar nu met als gevolg dat hij tot levenslang is veroordeeld.

”  

“De Nederlandse Staat heeft veel uit te leggen:
Waarom hebben zij Baybasin, die in feite niet in Nederland moest of wilde zijn, gearresteerd in 1995? Ze stonden hem al op te wachten. Hoe zit dat? Wie heeft dat zo bedacht? Waarom Nederland, waarom niet Belgie of Engeland? Waarom Nederland? Was Nederland dat verplicht aan Turkije?”

Vorig jaar heeft HHC aan Interpol een verzoek gedaan om een kopie van dat internationale arrestatiebevel en kreeg 0 op het rekest. Er was geen internationaal arrestatiebevel, ook nooit geweest volgens Interpol.

De uitkomst van het Wob verzoek aan het ministerie van J en V was uitermate vaag: het ‘arrestatiebevel’ was er wel maar ook weer niet. Later begreep ik uit het artikel van HHC dat het zou gaan om een diplomatiek verzoek van de Turkse -aan de Nederlandse overheid. Het blijft een ietwat warrig verhaal, ook juridisch. De vragen die ik begin 2013 stelde bij de Roestige Spijker zijn daarmee nog niet helder beantwoord.

De ene bron put uit een andere bron en is er sprake van typefoutjes etc. etc. Ging het nu om de organisatie van een criminele organisatie om in drugs te handelen of om de organisatie van een afdeling van het Koerdisch parlement in Ballingschap in Den Haag? Duidelijk wordt wel in een reactie van de overheid dat zij uit landsbelang de vragen niet wil beantwoorden om de diplomatieke betrekkingen met Turkije niet te verstoren.

Hoe dan ook, het is toch volstrekt onlogisch, als er al een internationaal arrestatiebevel zou zijn geweest, dat hij niet was opgepakt in Engeland waar hij woonde of in Belgie waar hij toen was. Nee, net over de grens bij Nederland. Maar waarvoor hij in 1995 werd aangeklaagd of voor gezocht? Dat blijft onduidelijk en verdwijnt naar de achtergrond. En zeker voor wat betreft de Nederlandse bemoeienis met de kwestie. Er werd gewoon niet meer aan gerefereerd.  In de media verschijnen daarvoor in de plaats berichten dat Baybaşin vluchtte, zich in 1995 in Nederland bevond en toen asiel aanvroeg. Het woord arrestatie wordt vervangen door asielaanvraag, gezochte formuleringen zoals ik het lees. Pas na zijn ‘aanhouding’ in 1998 gaat dat verleden weer meespelen.

In de eerste periode van zijn detentie in 1996, in afwachting van toestemming om te mogen blijven, ontvangt hij dus de twee schrijvers, Bovenkerk en Yesilgoz, en vertelt volgens hen min of meer trots, over zijn misdadige verleden.  Persoonlijk vind ik, zou hij een dergelijk verhaal over zichzelf hebben verteld, dat volstrekt onlogisch en ongeloofwaardig, zeker als je net gearresteerd bent en in een gevangenis verblijft. Bovendien heeft hijzelf nooit inzage gehad in dat hoofdstuk, laat staan in de aanleiding van zijn aanhouding of arrestatie.

Ongetwijfeld zullen er gebeurtenissen verteld zijn door Baybaşin, maar het is voor een verhalenverteller een klein kunstje om er een eigen draai aan te geven. Daarvan zie ik de letterlijke vertalingen in Engelse bladen, die steevast verwijzen naar ’the source’ in het boek van Bovenkerk en Yesilgoz, terug.

Baybaşin: on the right track again!

Weliswaar zit ik Rein Gerritsen af en toe op zn huid maar hij spreekt wijze woorden als hij zegt dat het gaat om de beeldvorming rond Baybaşin en in het verlengde daarvan zijn geloofwaardigheid.

Baybaşin antwoordde direct en zonder omhaal op vragen, tijdens een documentaire op tv, met:

1. Ik heb nooit gehandeld in drugs!
2. Ik heb nooit opdracht gegeven tot moord!

Sibel Edmonds ondersteunt hem daarin en zegt tijdens een interview met James Corbett het volgende daarover:

“4:10 So, let me make that clear. And it’s not because I’m a big fan of them. [laughs] It’s just that in this… they were engaged in a lot of illegal activities, criminal activities; but narcotics was not one of those, at least within the sphere of my involvement: direct, first-hand information in the FBI.”

Kort samengevat:”Ze hebben van alles gedaan, maar narcotica zat daar niet bij”.

Laten we dat voor waar aannemen en dan opnieuw kijken naar de procesgang en ontwikkelingen. Alles wat het OM heeft gedaan is gericht geweest op beeldvorming en het ondergraven van zijn geloofwaardigheid. De eindconclusie van Aben, dat basis vormde voor het besluit tot nader onderzoek in het herzieningsverzoek, is een voortzetting daarvan.

De beeldvorming met behulp van de media is altijd gericht geweest op Baybaşin als zware drugscrimineel en/of als de man die de jacht op Demmink initieerde. Eerder schreef  ik dat het  goed mogelijk is geweest dat hij informatie heeft toegespeeld gekregen die hem bewust op dat spoor heeft gezet. Hij heeft gehapt door aangifte wegens pedofilie te doen in 2007. Toen was het te laat, want toen ging menigeen er mee aan de haal. De complotgekte barstte los. Hij kon zich er daarna helaas niet meer van losweken.

Maar stel je voor dat het een opzetje was om hem af te leiden van het bewijzen van zijn onschuld, waarvan de mogelijkheden veel dichterbij lagen. Die truuk heb ik vaker gezien. Eerst speel je het slachtoffer informatie toe waarvan jezelf weet dat het nooit echt bewezen kan worden, en als het slachtoffer daarmee zijn verdediging inzet, kun je dus als aanklager en als advocaat generaal met alle gemak dat telkens weerleggen. En dat is wat met hem is gebeurd tot nu toe, althans dat is wat ik denk. Wellicht is het door die ontstane complotgekte na 2007 volledig uit de hand gelopen en niet voorzien door justitie dat er meerdere kapers op de kust waren om er een slaatje uit te slaan.

Daarom zet ik ook vraagtekens, al veel langer, bij de bemoeienis van Langendoen. Want waarom ging hij zo sterk zitten op de pedofilie van Demmink en de chantage en niet op het ontkrachten van de beschuldiging dat Baybaşin handelde in drugs? Als geen ander moet hij in staat zijn geweest om juist dat te onderzoeken en te ontkrachten. Maar hij heeft het niet gedaan. Rein Gerritsen is er wel mee aan de slag gegaan. En nu dan het interview van Talk2Myra met hem over het hoofdstuk in het boek  De maffia van Turkije van Frank Bovenkerk en Y. Yesilgoz

De inzichten van Rein Gerritsen werpen daarmee een ander licht op het ontstaan van dat hoofdstuk en wat het heeft veroorzaakt qua beeldvorming zowel nationaal als internationaal. Baybaşin en niet te vergeten zijn familie zijn daarin definitief als groot drugscrimineel netwerk geportretteerd. Nodig om hem in 2002 te veroordelen tot een levenslange gevangenisstraf.

Waarom ik dit interview zo goed vind? Baybaşin staat weer centraal. Hiermee kan hij weer werken aan zijn ‘alibi’ . Back to basics: Hij moet bewijzen dat hij het niet kan zijn en niet kan hebben gedaan. Met hulp van anderen, zeker zijn advocaten en zo mogelijk door het bewijzen dat zijn belagers hebben gelogen. Dicht bij hemzelf, dan staat hij in zijn kracht. Wat dat betreft kijk ik uit naar het boek van Rein Gerritsen. Waarschijnlijk is het belangrijker dan hij nu veronderstelt. Maar het moet niet te lang meer duren. Hoe dan ook daarmee en met het onderzoek van Ton Derksen is Baybaşin weer on the right track.

Baybasin en het complot

Vooruit dan maar, het moet er dan toch eens van komen, het complot.

Zoals eerder gezegd, ik ben niet zo gek van dat woord complot, het is simpelweg te hoog gegrepen en daarmee ongrijpbaar. Dat heeft de hele procesgang van Baybaşin wel bewezen. Voorlopig zit hij nog steeds gevangen.

Ik heb de aangifte ,die de advocaat namens Baybasin heeft gedaan, bekeken en daar word ik niet vrolijk van.

“Sedert het arrest van het hof zijn uit diverse Turkse bronnen nieuwe feiten naar voren gekomen over de achtergronden van deze indertijd tegen klager geïnitieerde strafvervolging. Tezamen en in onderlinge samenhang bezien leiden zij tot de on ontkoombare conclusie dat aan klagers arrestatie en veroordeling een samenspan ning ten grondslag ligt vanaf hoog politiek niveau.”

Zijn klacht  van 30 mei 2008, die zich centreert rond de samenspanning op hoog politiek niveau ofwel  ‘het complot”, geeft een hoop informatie maar staat te ver af van  de zaak, waarvoor hij veroordeeld is, namelijk de opdracht tot moord op basis van tapverslagen en een enkele verklaring van een getuige over heroinehandel.

Als rechter zou ik met die aangiftes ook niks kunnen, al zou ik het willen. Ook voor de rechter is het complot te hoog gegrepen ofwel te abstract, blijkt ook wel uit het oordeel.

Zijn veroordelingen eerder zijn m.i. zondermeer geconstrueerde producten en bij het lezen van de vonnissen heb ik gedacht, how low can you go. Maar met de aangiftes van pedofilie tegen Demmink, en de daaruit volgende ‘chantage’ door de Turkse overheid, is zijn situatie in feite steeds uitzichtlozer geworden.

Nu ben ik me er echt wel van bewust dat achteraf en van een afstand het gemakkelijker is om dat te constateren. Dat ik dit constateer is wellicht een inconvenient truth, zeker voor zijn advocaat, maar een feit is dat Baybaşin wordt opgevoerd als the good guy tegen the bad guy Demmink. Het is voortdurend de combinatie Demmink/Baybaşin en wel in die volgorde. Zo wordt het in de rechtszaal en publiekelijk voorgesteld. Dat is heel erg jammer voor Baybaşin, want alleen in cowboyfilms wint de good guy het van de bad guy. En er is echt geen eer te behalen om opgevoerd te worden als het ultieme slachtoffer, ook niet op Goede Vrijdag. Ik ga dat vandaag dan ook niet doen.

Ik begrijp dat Baybaşin er niet over peinst om via de achterdeur te vertrekken, zoals hem dat inmiddels tweemaal is aangeboden. Bovendien zal een dergelijk vertrek hem veel te veel gezichtsverlies binnen de Koerdische gemeenschap opleveren, en dat moet niet worden onderschat.  Wat dat betreft zal de Overheid met een beter alternatief op de proppen moeten komen of zal het ultieme bewijs van zijn onschuld moeten worden geleverd door weet ik wie?

Is er dan geen sprake van een complot?

Er is in ieder geval sprake van smerig spel. En er zijn als ik het zo bekijk en vermoed meerdere spelers vanuit verschillende (internationale) netwerken en belangen. Het gaat niet alleen om Demmink, onmogelijk. Wellicht heeft hij veel macht (gehad), maar het is ook mogelijk dat hij is opgevoerd als de scapegoat voor een kliek, die heel veel op heeft met geitenkoppen en geheime genootschappen. Dat hele chantageverhaal kan ook zijn opgediend om zijn verdediging op een dwaalspoor te zetten, nietwaar?

Of ik geloof dat Baybaşin oprecht is?

Ja nog steeds. Dat heb ik hem pas geleden laten weten. Ook dat het beslist geen enkel punt is dat hij mij, om wat voor reden dan ook, niet meer belt. Die paar keer was het een genoegen, zal ik maar zeggen. Eigenlijk vind ik het zo wel beter, want nu kan ik onafhankelijk blijven en vrij in wat ik wil schrijven over zijn zaak en onze rechtsstaat, want het één kun je niet los zien van het ander. Wat dat betreft levert de bestudering een goed inzicht in de staat van onze rechtsstaat, en met zijn zaak als graadmeter is dat niet best.

Baybaşin en zijn ‘weapon of destruction’

Advocaat Generaal Aben in zijn conclusie van 4 september 2012 over het veronderstelde complot in de zaak Baybaşin, hij schrijft:
“Onvoorspelbaar was ook de straf die de Nederlandse rechter zou opleggen (als hij daartoe al zou overgaan). Baybaşin zou alleen effectief zijn uitgeschakeld bij de oplegging van een levenslange gevangenisstraf. Maar die straf was tien jaar geleden in elk geval (nog) hoogst uitzonderlijk. Die strafmaat viel niet zonder meer te verwachten. Uiteraard tenzij ook de Nederlandse rechter in het complot was betrokken, maar dat is geen veronderstelling die aan het herzieningsverzoek ten grondslag is gelegd. Bovendien was het in dat geval veel makkelijker geweest als de (gecorrumpeerde) rechter de uitlevering naar Turkije had toegestaan. Daar wisten de geheime connecties van Çiller wel raad met iemand als Baybasin. Zijn vlucht naar het buitenland was niet zonder reden.”

In zijn ijver om de complottheorie te ontkrachten Lees verder “Baybaşin en zijn ‘weapon of destruction’”

Baybaşin: Opvolger Grootcrimineel Bruinsma der Lage Landen

Als we de vonnissen en arresten mogen geloven.

Ik moet toegeven dat ik de Roestige Spijker een beetje heb gebruikt als mijn externe geheugen. Daar put ik zo nu en dan uit. Zo ook mijn commentaar op het boek Verknipt Bewijs van Ton Derksen. Ik schrijf op maandag 26 mei 2014 om 14:33 het volgende:

Dan mijn tweede puntje van kritiek, meneer Derksen, die geef ik dan toch ook maar direct. U beweert het volgende:

„De rechter is slecht geëquipeerd om bedrog te ontdekken. Om tot zijn oordeel te komen gaat hij uit en moet hij uit kunnen gaan van de ambtseed van politiemensen, de onkreukbaarheid van OM-ers en de integriteit van het dossier. Een betrouwbare politie, een betrouwbaar OM en daarmee een zo betrouwbaar mogelijk dossier zijn het fundament van zijn oordelen. Als hij daar niet vanuit kan gaan, valt de bodem uit het rechtssysteem.”

Als u stelt dat de rechters slecht geëquipeerd zijn om het bedrog te ontdekken dan geeft u hen niet alleen een generaal pardon, maar u geeft hen daarmee tegelijkertijd een brevet van onvermogen en zet hen in een volkomen afhankelijke positie t.o.v. het OM, de politiemensen en onderzoeksinstituten als het NFI.

U schetst met deze stelling de omgekeerde wereld, waarbij de rechters ondergeschikt zijn aan -en niet meer dan marionetten van het OM. Een soort van veredeld secretariaat. Toch is het de rechter die zijn oordeel geeft en zijn handtekening zet. Hij of zij is hoe dan ook verantwoordelijk voor de veroordeling.

Tot zover mijn commentaar: laten we nu eens kijken waar de rechters hun oordeel met behulp van OM, politie, en NFI ‚formeel’ op hebben gebaseerd.

Eerst enkele gebeurtenissen in de tijd:

24-12-1995 tot 24-12-1996

De uitleveringsdetentie. Nederland probeert Baybaşin uit te leveren aan Turkije, dit mislukt.

25-12-1996 tot september 1997

Huisarrest in Nederland. Hij staat onder toezicht van veiligheidsdiensten en politie. Wanneer zijn uitlevering aan Turkije, n.a.v een door Baybaşin aangespannen kort geding, definitief wordt verboden is vrij om te gaan en te staan.

van september 1997 – 28 maart 1998 kan hij zich vrij bewegen in Nederland. In deze periode wordt een aanslag op hem gepleegd. Ondertussen wordt Baybaşins telefoon, zo wil het OM ons doen geloven, vijf maanden lang afgeluisterd. Er zijn volgens justitie 6000 telefoongesprekken getapt, gemiddeld 40 gesprekken per dag.

Hij wordt 28 maart 1998 opgepakt voor gepleegde delicten gedurende die vijf maanden dat hij vrij man was.

Zijn voorarrest wordt op 29 februari 2001 omgezet in een gevangenisstraf van 20 jaar en een jaar later

Op 30 juli 2002 wordt Baybasin in hoger beroep tot levenslang veroordeeld. Cassatie wordt afgewezen per Oktober 2003 . De commissie Buruma, waar advocaat Wladimiroff deel van uitmaakte, is ook niet onder de indruk en laat hem zitten op 1 februari 2011.

Toch start Baybasin direct daarna op 1 april 2011 een Herzieningsverzoek dat tot op heden in onderzoek is bij Advocaat generaal Aben van de Hoge Raad.

De periode waarbinnen het OM de strafbare feiten heeft geconstateerd ligt tussen september 1997 tot februari 1998. Welgeteld vijf maanden dus.

Een paar citaten uit het vonnis in Hoger Beroep. U hoeft het niet nauwkeurig te lezen, dat is bijna geen doen. Het bevestigt de periode en de criminele organisatie waar Baybasin leiding aan gaf:

hij in in of omstreeks de periode van 28 oktober tot en met 9 november 1997 te [pleegpplaats], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd;
9 november 1997 te [pleegplaats] opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften en/of geweld en/of bedreiging en/of door het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, te weten etc etc

van 27 november 1997 tot en met 30 november 1997 te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk [slachtoffer 3] (alias [alias 1]) in een pand (woning) wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd heeft/hebben gehouden door die [slachtoffer 3] in dat pand (die woning) vast te houden en/of te verhinderen dat die [slachtoffer 3] dat pand/die woning kon verlaten, met het oogmerk één of meer anderen (familieleden en/of bekenden van die [slachtoffer 3]) te dwingen tot betaling van een openstaande (heroïne)schuld, welk feit hij, verdachte in of omstreeks de periode van 22 november 1997 tot en met 27 november 1997 te [pleegplaats], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften en/of door misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of door gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, hebbende hij verdachte

hij in of omstreeks de periode van 9 november 1997 tot en met 9 januari 1998 te [pleegplaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit als bedoeld in het derde of vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet , te weten het opzettelijk bereiden en /of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van ongeveer 23 kilogram, althans ongeveer 20 kilogram heroïne, in ieder geval een hoeveelheid van een stof bevattende heroïne (diacetylmorfine), zijnde heroïne (diacetylmorfine) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I (niet zijnde een hoeveelheid van 20 kg heroïne bestemd voor [betrokkene 4], althans voor een ander dan hem, verdachte), voor te bereiden en/of te bevorderen één of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat feit/die feiten te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daar behulpzaam bij te zijn en/of om zich en/of (een) ander(en) daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of gelden voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans ernstige redenen had(den) om te vermoeden dat die bestemd was/waren voor het plegen van dat feit, hebbende hij, verdachte, en/of één of meer van zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk met betrekking tot die heroïne gelden (ter financiering van de aankoop en/of het transport van die heroïne), ter beschikking gesteld en/of ter beschikking laten stellen (aan met name [betrokkene 2]) en/of instructies verstrekt aan één of meer (zich in Turkije bevindende) personen (met name aan [betrokkene 2] en/of ene [betrokkene 6] en/of ene [betrokkene 7]) en/of contacten gelegd en/of onderhouden met (tussenpersonen van) één of meer koerier(s) en/of contacten gelegd en/of onderhouden met (tussenpersonen van) één of meer leveranciers, één en ander om tot overdracht
en/of het binnen het grondgebied van Nederland brengen van die heroïne te komen;

hij in of omstreeks de periode van [periode] 1998 te [pleegplaats] door misbruik van gezag en/of door het verschaffen van inlichtingen heeft gepoogd een ander, te weten [medeverdachte], te bewegen een misdrijf te begaan, te weten het tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen opzettelijk en met voorbedachten rade een of meer anderen, te weten [slachtoffer 4] en/of [slachtof[slachtoffer 5] van het leven beroven, hierin bestaande dat verdachte

etc. etc etc.

(Om het hele arrest, dat pas begin 2013 is gepubliceerd, te lezen klikt u hier.)

Wat opvalt in het vonnis is het woord pleegadres. Dat is de plek waar het misdrijf heeft plaatsgevonden, dat kon overal zijn, in Turkije, Kentucky, anywhere. Maar had Nederland dan wel het recht om deze man te vervolgen?

5.4 Betreffende de vraag of de Nederlandse rechter al dan niet rechtsmacht heeft met betrekking tot een of meer van de aan verdachte ten laste gelegde feiten merkt het hof het navolgende op:

De rechter schrijft: “Met betrekking tot uitlokking van een strafbaar feit geldt dat (mede) als locus delicti dient te worden beschouwd de plaats alwaar de uitlokkinghandelingen plaatsvonden.”

Dus ja, het OM had volgens de rechter wel degelijk recht om tot vervolging over te gaan want, het coördinatie centrum, van waaruit onze „Europese Pablo Escobar”, zoals hij in de media werd genoemd ,opereerde was het idyllische plaatsje Lieshout in Noord Brabant. Dus was Lieshout mede Locus Delicti ofwel plaats van delict. Tja ook weer opgelost zullen we maar zeggen. Toen de advocaat naar aanleiding van Baybaşins arrestatie in 1995 de rechtmatigheid daarvan betwistte, werd dit genegeerd. We weten nu dat die arrestatie berust op een diplomatiek verzoek van Turkije aan Nederland.

Hoe dan ook, terugkomend op de bewijsvoering met betrekking tot de arrestatie in 1998: wij moeten dan geloven dat deze man Baybaşin, die zich zo bewust was van zijn positie hier in Nederland; op wie jacht werd gemaakt vanuit Turkije als zijnde staatsvijand numero 2; die ook hier moest vrezen voor zijn leven, immers hij overleefde in die periode maar ternauwernood een aanslag; wij moeten dus geloven dat deze man in een periode van vijf maanden in staat was een criminele organisatie op poten te zetten, bemanning te recruteren, opdrachten uit te delen, liquidaties te laten uitvoeren, een handel in Heroine te laten floreren en daarmee een miljoenen omzet te genereren.

Wij, burgers van Nederland moeten geloven, op basis van deze vonissen of arresten, dat wij hier te maken hebben met de opvolger van grootcrimineel Bruinsma der Lage Landen; dat we te maken hebben met een man die stoïcijns zijn grootgruttersbedrijf in de Heroine en aanverwante zaken zoals moord, gijzeling etcetera etcetera, vanuit het centrum van zijn misdaadorganisatie in het idyllische stadje Lieshout, als een zieltje zonder zorg, via de telefoon zijn handel en manschappen bestierde en dat hij daarmee in die periode van vijf maanden miljoenen verdiende. Zoveel dat de Nederlandse staat zich gerechtigd voelde al zijn bezittingen in beslag te nemen. Daarvoor heeft Baybaşin uiteraard een zaak aangespannen, de zoveelste, een zaak die net als alle andere zaken, tergend langzaam verloopt.

En waar kennen we die Bruinsma ook alweer van? O ja de IRT-affaire. Roerige tijden die jaren negentig.