intimidatie of zinloos geweld

De dag na de zitting belde Baybaşin mij om me te bedanken voor mijn aanwezigheid. Hij vertelde dat de bewakers hem deze keer correct en zelfs vriendelijk hadden bejegend: hij was niet geduwd en er werd niet aan hem getrokken zoals die keer in Den Bosch. Ik zei: “Dat is mooi”. Je zegt het en tegelijkertijd besef je dat het eigenlijk helemaal niet mooi is, maar diep triest.

Het bracht me onmiddellijk terug naar die dag, 11 april 2014, in Den Bosch, waar de ontneming van zijn vermogen, door de Nederlandse staat, werd behandeld, en waar het publiek achter kogelvrij glas moest plaats nemen.

Eerst moesten we aanhoren hoe de rechter zijn identiteit verkrachtte door hem te vragen of hij geboren was in Frankrijk. Baybaşin corrigeerde haar daarop keurig, maar vervolgens moesten we aanzien hoe hij met de pauze door twee potige bewakers hardhandig de zaal uit werd geduwd. Hij stond namelijk even stil en zwaaide naar de publieke tribune, waar wij, belangstellenden en familie, zaten.

Advocaat van der Plas protesteerde terecht bij de rechter en vertelde dat hij ook op weg naar de rechtbank door die twee was gekoeioneerd. De rechter zweeg. Baybaşin een man van 57, was met zijn tengere postuur, ook getekend door zijn verblijf in de gevangenis, bepaald geen partij voor deze potige kerels.

En of dat nog niet genoeg was werd ook de tweede zittingsdag , 27 mei 2014, zijn identiteit verkracht. Dat klinkt mischien heftig, maar het is ook heftig als je dat overkomt in volkomen afhankelijkheid. Is hier sprake van bewuste intimidatie of dom zinloos geweld? Dezelfde rechter noemde die dag nl een verkeerde geboortedatum*: in plaats van december noemde ze de maand juni.(* zie mijn toelichting hierop) Baybaşin reageerde niet meer.

Menselijke waardigheid, een menswaardig bestaan, ja de eerbiediging van de rechten van de mens, het valt of staat bij die eenvoudige behoeftenhiërarchie van Maslow.

Als we de intimidaties plaatsen in  deze hiërarchie dan zien we dat de rechter intimideerde op de hoogste twee niveaus en de bewakers op de niveaus daaronder.

En dan hebben we nog de perikelen rond het herzieningsverzoek ten aanzien van zijn veroordeling tot levenslang.  De behoefte aan zekerheid en voorspelbaarheid wordt ook door advocaat Generaal Aben, gevrijwaard door de wet herziening ten voordele, geschonden, keer op keer door de geplande datum te verschuiven naar een latere datum. Telkens maakt hij dat op de geplande dag bekend. Het is bijna sadistisch te noemen.

November 2012 had de Hoge Raad tot een uitspraak moeten komen. Een dag van te voren trad de wet herziening ten voordele in werking die de Advocaat Generaal de mogelijkheid bood zelf op onderzoek uit te gaan. Dus volgde er geen uitspraak. In deze wet, die gebracht werd met de suggestie dat het ten voordele zou zijn van de veroordeelde, is echter geen limiet opgenomen voor wat betreft de duur van het onderzoek.

Vorig jaar juni heb ik een brief geschreven aan alle fractievoorzitters met het verzoek om een einde te maken aan deze humanitaire wantoestand van eindeloosheid, omdat de politiek dat kan doen. Maar ze doen het niet. Daarom loopt dit herzieningsverzoek nu al bijna vier jaar. En het einde is nog steeds niet in zicht.

Update: Vandaag geen eindconclusie van Aben. Opnieuw een rechtsweigering

ps: * De advocaat Van der Plas hanteert twee geboortedata: in officiële stukken 25 juni 1956, maar in de informele stukken 25 december 1956, vandaar de verwarring. Ik snap nu waarom Baybasin in de rechtszaal niet reageerde, omdat hij er mee instemde. Ik moet er van uitgaan dat 25 juni 1956 de juiste geboortedatum is. Waarom die andere datum informeel wordt gehanteerd is mij niet duidelijk geworden.