Baybasin, Wladimiroff en de Raad van Discipline

“Ik eis een bewijs”, zei de voorzitter van de Raad van Discipline. Zo ongeveer dan, maar in feite komt het daar op neer, toen Baybaşin ter zitting uitlegde, op vragen van de rechter, hoe het was gegaan met de advocaat Wladimiroff voor wat betreft het betalen van zijn diensten.

De rechter zei: U hebt de zaak aangespannen, u moet bewijzen, en dus onderbrak de vz van de raad van Discipline regelmatig Baybaşin’s verhaal met: Heeft u daar een reçu van? of: Heeft u daar een kopie van gemaakt?

Baybaşin verdedigde zich en vertelde de voorzitter dat hij antwoord gaf op de vragen, door de gang van zaken te schetsen, maar dat hij de gevraagde bewijzen niet kon overleggen. Hij voegde daar aan toe dat binnen de gevangenis alles wordt geregistreerd, bovendien had hij post aan Wladimiroff aangetekend verstuurd, waarvoor hij per keer 13 euro moest betalen, dus het moest wel te achterhalen zijn.

Hij schetste de Raad hoe moeilijk het was om een dossier compleet en op orde te houden in de gevangenis, omdat het dossier keer op keer in beslag werd genomen en er zaken uit verdwenen. Ook het kopiëren in de gevangenis is niet eenvoudig te realiseren voor een gedetineerde.

Het dossier was meerdere keren vanuit zijn cel meegenomen, ook door Demmink en dat weet ik mij nog te herinneren uit één van zijn radio optredens bij Talk2Myra, en zelfs Peter R. de Vries heeft zijn dossier, onder het mom van mogelijk hulp, in vertrouwen meegekregen. Ook toen bleken er na teruggave stukken uit verdwenen.

Hoe dan ook de voorzitter van de Raad ging daar niet op in, in tegendeel het bleef: maar toch, maar toch, maar toch, meneer Baybaşin, u hebt deze zaak aangespannen, dus u moet bewijzen met reçu’s en kopieën etcetera, etcetera.

Het zal duidelijk zijn dat de tegenpartij Wladimiroff en zijn advocaat het hier roerend mee eens waren. En objectief gezien is dat standpunt juridisch zeker juist, maar was het redelijk? Nee, niet zoals het werd gebracht en niet na zoveel maanden van uitwisseling van standpunten. Vragen werden gesteld, die de rechters tijdens de voorfase van uitwisseling van standpunten m.i. ook hadden kunnen bedenken, maar werden bewaard tot de afrondende mondelinge bespreking, alsof die ter plekke spontaan bij hen opkwamen.

Dit  alles gebeurde tijdens de openbare zitting op 26 januari j.l. van de door Baybaşin aangespannen zaak tegen zijn voormalig advocaat Wladimiroff, die prompt ontkende ooit voor Baybaşin te hebben gewerkt. Hij wist van niks, kon zich niets herinneren en had nooit iets ontvangen, geen dossier, geen geld. Het waren slechts orienterende contacten die niet hebben geleid tot een werkrelatie. Zo zou ik het willen samenvatten.

De naam Demmink zei hem, als voormalig internationaal jurist, helemaal niets, totdat hij er door de tegenpartij mee werd geconfronteerd. Hij had ook nooit bemoeienis gehad met het besluit om het horen van een getuige in Turkije, die ontlastende verklaringen voor Baybaşin wilde afleggen tegenover de Nederlandse rechter commissaris, niet door te laten gaan. Dat was van een ander niveau, uitvoeringsniveau, zo beweerde hij glashard.

De rechters zwegen stil. De enkele vraag die Wladimiroff werd voorgelegd werkte in feite bevestigend voor zijn gelijk. Wat mij betreft vroegen de rechters vooral naar de bekende weg. Vragen waarbij je bij voorbaat al het antwoord weet, maar nog graag even uitgesproken wilt hebben? De voorzitter vroeg nog net niet aan de griffier: “Heeft u dat genoteerd?” De vragen werkten telkens in het nadeel van Baybaşin en in het voordeel van Wladimiroff.

‘Van der Plas en Baybaşin geloven in een complot’, sprak Wladimiroff,  op een soort van genoeglijk ons kent ons toontje, tegen de rechters.

Laten we dat zeer beladen woord in het vervolg maar achterwege laten, bedacht ik later, en het hebben over een Gentlemen’s Agreement of Herenakkoord, waar niets van op papier komt te staan. Kom er dan maar eens achter, als er zoveel obstakels worden opgeworpen. En hetgeen je dan ondanks de obstakels wel kunt bewijzen wordt genegeerd of geweigerd. Dat mag de rechter, volgens de wet, zonder enige verantwoording daarover af te leggen.

Van Wicher Wedzinga las ik ooit een tweet waarin hij beweerde dat een onvolkomen rechtsgang niet altijd tot een onjuist oordeel leidt. Hij schreef dat ter verdediging van het OM. Die onvolkomenheden in de rechtsgang heeft  Baybaşin ten volle mogen ervaren, keer op keer, echter in zijn nadeel. Ton Derksen heeft er een boek over geschreven: Verknipt Bewijs.

23 maart weten we meer, dan komt de Raad van Discipline met haar oordeel of met een tussenstandpunt. We wachten maar weer af, maar wachten duurt lang als je levenslang hebt gekregen.

 

p.s. : Toch heeft het hof van discipline Baybasin niet helemaal met lege handen laten staan. Kon ook moeilijk met het overlegde bewijs ( zie bij commentaren) De beslissing was als volgt:

“7 BESLISSING De Raad van Discipline: – verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht voor zover die onderdeel a. betreft; – verklaart klachtonderdeel b. gegrond; – legt daarvoor aan klager de maatregel van enkele waarschuwing op. Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, mrs. M.G. van den Boogerd, W.J. Hengeveld, P.J.E.M. Nuiten en P.C.M. van Schijndel, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 23 maart 2015.”

En punt b betreft uitsluitend de ‘schijn’ van belangenverstrengeling.

“5.17 Al met al is de raad van oordeel dat er in elk geval een schijn van belangenverstrengeling bestaat en dat die schijn door verweerder had moeten worden voorkomen. Met andere woorden, hij had in redelijkheid niet kunnen en mogen besluiten om voor Demmink te gaan optreden zonder daarvoor uitdrukkelijk de toestemming van beide partijen te vragen. Zodra hem bekend werd dat de kwestie te nauw verstrengeld was met de strafzaak tegen klager, had verweerder zich moeten onttrekken. Dat heeft hij niet gedaan en dat levert naar het oordeel van de raad een tuchtrechtelijk verwijt op. 5.18 De klacht is in zoverre gegrond.”

4 gedachten aan “Baybasin, Wladimiroff en de Raad van Discipline”

  1. Op 4-2-2015 was er een uitspraak in de zaak die Baybaşin tegen Demmink over het dossier dat Demmink tijdelijk wegnam uit zijn cel, waarna stukken waren verdwenen. Met behulp van advocaat Severein heeft Baybaşin deze zaak met keihard bewijs van zijn gelijk gewonnen.

  2. In een ingezonden brief bij JDTV stelt Baybasin de volgende vraag aan Peter R.de Vries:

  3. Toch kon Baybasin in de zaak tegen Wladimiroff wel degelijk een bewijs overleggen dat er een zakelijke relatie tussen hem en Wladimiroff was aangegaan, getuige deze brief:

Reacties zijn gesloten.